Thursday, November 10, 2011

SRAËL, WAT DE KOE IS VOOR INDIA: MENSENRECHTEN MOETEN ERVOOR WIJKEN

Auteur: 
 Landenteam Israël/Palestina - Pieter Stockmans (interview), Nico De Winter en Bart de Ceuckelaire (vertaling)
Janan Abdu-Makhoul toont een kopie van de brieven die ze stuurde naar Ameer
Interview met Janan Abdu-Makhoul, echtgenote van de Palestijnse mensenrechtenverdediger Ameer Makhoul.
Janan Abdu-Makhoul is de echtgenote van Ameer Makhoul, een bekende Palestijnse mensenrechtenactivist in Israël. Ameer werd eerder dit jaar veroordeeld tot 9 jaar cel voor spionage en "contacten met vijanden van Israël”. Onder zware druk ging Ameer akkoord met een regeling waarbij hij bekentenissen aflegde en de aanklager een eerdere en zwaardere beschuldiging liet vallen. Het gerecht aanvaardde de bekentenissen ondanks aantijgingen van foltering tijdens zijn ondervraging. Israëlische politie en veiligheidsdiensten arresteerden Ameer op 6 mei 2010. Amnesty International vermoedde dat zij Ameer intimideerden wegens zijn mensenrechtenactivisme. Janan is zelf ook mensenrechtenactiviste en werkt als therapeute met verkrachte kinderen en vrouwen. We hadden een ontroerend gesprek met haar in haar thuisstad Haifa. Janan is erg trots op haar man.
Janan Abdu-Makhoul: “Ameer staat hier in Israël bekend als verdediger van de mensenrechten en als politiek leider. Hij is de voorzitter van het Volkscomité voor de Verdediging van Politieke Vrijheden, een onderdeel van het Hoog Opvolgingscomité voor Arabische Burgers van Israël (High Follow-Up Committee for Arab Citizens of Israel). Dat comité groepeert onder andere alle Arabische politieke partijen en burgemeesters van Arabische dorpen en steden in Israël. Ameer is ook de directeur van Ittijah, een koepelorganisatie die 85 NGO’s vertegenwoordigt. Ameer schrijft veel over zijn ideeën voor een “één-staat oplossing” voor het Israëlisch/Palestijns conflict, en over het recht op terugkeer voor Palestijnse vluchtelingen. Misschien werd Israël bang voor zijn groeiende invloed als mensenrechtenactivist.”
Je echtgenoot werd beschuldigd van spionage. Denk je dat deze beschuldiging iets te maken heeft met zijn werk als mensenrechtenverdediger?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Ameer werd beschuldigd van spionage voor Hezbollah. De onderzoekers controleerden sinds vorig jaar 30.000 telefoongesprekken en konden geen enkele link vinden met Hezbollah! In zijn laptops konden ze ook niets vinden, niet één e-mail, skype-gesprek, of enig ander bewijs dat hem met Hezbollah had kunnen linken. De veiligheidsdiensten hadden al aangegeven dat ze hem al anderhalf jaar aan het volgen waren. Nooit vonden ze iets. Daarom had men een ander soort bewijs nodig: ze hebben hem gefolterd om hem tot bekentenissen te dwingen.”
“De aanklacht houdt geen steek. Ik kan enkel besluiten dat het een excuus is om hem en andere mensenrechtenactivisten te intimideren. Ze hebben een bekende leider van het Palestijnse middenveld in Israël eruit gepikt. Dat moet de rest van het middenveld afschrikken, zodat we afzien van ons legaal en democratisch activisme voor mensenrechten in Israël. De Israëlische media en publieke opinie bevonden Ameer trouwens al voor zijn proces schuldig. Iedereen roept de ‘heilige veiligheid’ in, het dogma van de Israëlische Staat. Geen enkele Arabier die ooit beschuldigd werd onder het mom van veiligheid werd uiteindelijk vrijgesproken in dit land”.
Wanneer begon de intimidatie?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Na de Israëlische aanval op Gaza begin 2009. Toen kwamen de Algemene Veiligheidsdiensten naar Ameer toe. Ze bedreigden hem: ‘Volgende keer zullen we je gevangen nemen en kan je je familie voor een lange tijd vaarwel zeggen.’ Op 21 april 2010 wilde Ameer naar Jordanië reizen, maar kreeg hij om veiligheidsredenen een reisverbod. Drie weken later, op 6 mei 2010, kwam Ameer net terug van Al-Arakib, een bedoeïendorp in de Israëlische Negev-woestijn dat compleet verwoest werd door de Israëlische politie. Hij had als voorzitter van het Comité voor Politieke Vrijheden en als directeur van Ittijah beloofd om internationale steun tot bij het dorp te brengen. Op die dag kwamen ze hem arresteren. Hij verdween voor 2 weken. Zelfs zijn advocaat kreeg hem niet te zien.”
Hoe hebben ze Ameer gearresteerd?
Janan Abdu-Makhoul:
 “De manier waarop ze hem inrekenden lijkt op kidnapping. Om 3u ’s morgens hoorden we op de deur kloppen. Wanneer we openden, zagen we een grote groep politiemannen en personeel van de veiligheidsdienst (GSS) in burgerkleding. Ze vielen ons huis binnen en namen Ameer onmiddellijk mee. Ik stond in mijn nachtkleed. De politie vertelde me: ‘We zijn hier om je echtgenoot te arresteren en om je huis te doorzoeken.’ Ik ken mijn rechten, dus ik vroeg hen om zich te identificeren: ‘Wie zijn jullie? Jullie zijn dieven, hier mijn huis binnen stormen in het midden van de nacht. Ik wil jullie politie-identificatie zien.’ Ze antwoorden door in mijn gezicht te lachen.”
“Een van hen toonde me zijn ID, maar niet lang genoeg om het te kunnen lezen. Ik vroeg ook achter het huiszoekingsbevel van het gerecht. Ze hadden er één, maar ik kreeg het pas in handen aan het einde van hun inval. Het was afgeleverd op 22 april. Dat betekent dat de arrestatie van mijn echtgenoot niet dringend was en dat ze het heel goed op voorhad hadden gepland. Het was pure intimidatie. Waarom kwamen ze anders in het midden van de nacht in de privésfeer van ons huis? Ze hadden Ameer kunnen arresteren in zijn kantoor overdag. Het was een duidelijke boodschap naar Ameer en andere Palestijnse mensenrechtenverdedigers in Israël.”
Hoe behandelden de politie- en veiligheidsmensen jou en je dochters?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Er waren 15 mannen en 1 vrouw. Terwijl sommigen het huis doorzochten, hadden anderen Ameer al weggevoerd. Drie van hen gingen naar onze dochters, drie anderen bleven bij mij. Ze dwongen ons om neer te zitten en te zwijgen. Mijn dochters waren doodsbang. Telkens we ons verzetten, riepen ze: ‘Als je geweld wil, kan je geweld krijgen.’ Ik zei: ‘Wat jullie aan het doen zijn in mijn huis ís geweld. Jullie schenden de privésfeer van ons huis en maken ons doodsbang.’ De hond was zo bang dat hij op de grond plaste. Ik wilde het schoon vegen, maar ze rukten de vaatdoek uit mijn hand en draaiden mijn arm om. Ze bleven 2 uur lang, tot de ochtend. Ze dwongen mijn dochters om wakker te blijven terwijl ze mij van kamer tot kamer meenamen om alles te doorzoeken. Ze haalden het hele huis overhoop.”
“Mijn dochter was in het midden van haar examenperiode. Ze gooiden al haar boeken en spullen op de grond. Mijn dochter had nochtans gezegd dat ze examens had. Een politieman beloofde om haar boeken niet overhoop te gooien, maar uiteindelijk deden ze het toch. Al onze mobiele telefoons en laptops namen ze in beslag. We hebben ze nog altijd niet terug. Toen de telefoon rinkelde en ik wilde opnemen, trok een agent de telefoon met geweld uit mijn hand. Alles wat ze doen, doen ze met geweld. Ik verwachtte een telefoontje van het ziekenhuis waar mijn moeder lag. Ik vertelde de politie dat ze stervende was, maar toch lieten ze me de telefoon niet beantwoorden. Enkele weken later overleed ze. Dit was de slechtste maand uit mijn leven. Op 6 mei werd Ameer gearresteerd, op 31 mei overleed mijn vader, op 14 juni verloor ik mijn moeder.”
Hoe ga je om met de situatie?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Dit alles heeft ons niet gebroken. Ik ben nog meer gemotiveerd om te vechten voor Ameer’s vrijheid en tegen het racisme van het Israëlische regime. Wij hebben niets te verbergen. Wij geloven in ons recht om vrij te zijn in ons eigen land, om te leven in waardigheid en zonder angst.”
Wat is de impact op jullie leven?
Janan Abdu-Makhoul:
 “In onze familie praten we over vóór en na 6 mei 2010. Alles is veranderd. De Staat dwong ons ver over onze limiet. Ik kan niet langer werken als therapeute omdat ik zelf een trauma heb ervaren en ik al mijn tijd en energie investeer in de campagne om Ameer vrij te krijgen. En als ik joodse vrouwen behandel in het vluchthuis waar ik werk, word ik aanzien als ‘de vrouw van…’ Ik ben trots op Ameer, op wat hij is. Ik geloof in hem. De zaak was alomtegenwoordig in de media. Onze privacy is ons afgenomen. Sommige websites hebben zelfs onze namen, adres en telefoonnummer gepubliceerd. Zelfs mijn dochters stonden met hun foto in de krant. Ze zijn 13 en 17 jaar oud. Ik ontving dreigtelefoons en dreigbrieven. Een brief met een foto van Hitler. Ik moest mijn telefoonnummer veranderen.”
“Vrienden raden me aan het bij de politie aan te geven, maar ik heb geen vertrouwen meer in het systeem. Waarom zou ik het systeem dat mijn man mijn heeft ontvoerd en gemarteld nog vertrouwen, na wat zij ons hebben aangedaan? We hebben geen verweer tegen de overmacht van de Staat. Ik vraag me af of het recht op vrijheid van vereniging en meningsuiting, en het recht op een eerlijk proces hier ook maar iets betekenen voor Palestijnen. Israëlische gerechtshoven legitimeren deze schendingen van fundamentele mensenrechten. Zij tolereren grove overtredingen van deze rechten.”
Kan je een aantal voorbeelden geven?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Een rechter gaf het bevel ons huis te doorzoeken. Toen hij in voorhechtenis zat, mocht hij zijn advocaat 12 dagen niet zien. Tijdens die 12 dagen werd hij gemarteld. Hij werd voor de rechtbank gebracht (om het aanhoudingsbevel te verlengen) door dezelfde veiligheidsdiensten die hem hadden gemarteld. Hij zat voor de rechter zij aan zij met zijn beulen, zonder de aanwezigheid van een advocaat. Advocaat en gevangene mochten niet samen in de rechtszaal aanwezig zijn. Eerst komt de advocaat binnen, dan gaat die buiten en de Veiligheidsdienst en Ameer komen binnen. Wat voor een proces is dit, als de advocaat er niet kan zijn voor zijn cliënt? De rechter weigerde een bloedtest toen Ameer beweerde te zijn gemarteld.”
“Het bewijs tegen hem is geheim, dus de ruimte die we hebben om het hof te beïnvloeden is beperkt. Dit soort behandeling is gereserveerd voor politieke gevangenen, want die zijn er zogezegd op uit de Israëlische democratie te schaden. Daarom maakt de rechter schendingen van het fundamentele democratische recht op een eerlijk proces tot wet. Dat is tegen elk principe van de rechtsstaat en het recht op een eerlijk proces. Zijn advocaat Husen Abu Husen en het personeel van Adalah (legal center for Arab minority rights in Israel) verdedigden hem, maar zij boycotten het proces omdat zij geen toegang hadden tot hun cliënt. Uiteindelijk mochten ze dat wel en toen ze Ameer zagen, waren ze geschokt. Hij zag er heel moe uit. Hij had gele vlekken op zijn huid door slaaptekort. In de gerechtszaal was hij heel afwezig.”
Geloof je nog in het Israëlische rechtssysteem om de mensenrechten van Palestijnen in Israël te beschermen?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Hoe kan ik na dit alles het rechtssysteem nog vertrouwen? Ik wil graag geloven in rechtvaardigheid. Ik ben sociaal werker. Mijn hele leven heb ik mij ingezet voor slachtoffers, kinderen en vrouwen, Arabieren en Joden. Maar door eigen ervaring ben ik heel achterdochtig geworden tegenover het systeem. Veiligheid is voor Israël wat de koe is voor India. Als Israël zijn veiligheid inroept, moeten mensenrechten wijken. Dat maakt ons bang. Mensenrechten zouden bescherming moeten bieden tegen de macht van de Staat.”
Hoe verliep Ameers detentie?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Ameer werd 12 dagen lang door Shin Bet (de Algemene Veiligheidsdienst) gevangen gehouden in de Petah Tikvah gevangenis. Hij mocht geen advocaat raadplegen. Zelfs de NGO Physicians for Human Rights mocht hem niet zien. De media kregen gedurende 12 dagen spreekverbod. Tijdens die 12 dagen werd hij gemarteld. Martelen in Israëlische gevangenissen, dat gebeurt zo: ze bonden hem aan handen en voeten vast op een kleine stoel, in een pijnlijke positie. Ameer is 1m90 groot. Hij moest in die positie meer dan 24 uur wakker blijven en hij werd onderworpen aan gewelddadige ondervragingen. Hij had geen gevoel meer in zijn handen en vingers. Telkens als hij in slaap dreigde te vallen, trokken ze zijn hoofd weer omhoog aan zijn haar.”
“Hij voelde zich bijzonder zwak. Eén nacht was hij bang dat ze hem hadden gedrogeerd. Hij rook een soort DDT die uit de airconditioning kwam. Gedurende de marteling kon hij zich niet herinneren hoe ik er uit zag. Het waren zwarte uren. Op een moment zei een ondervrager hem: ‘Je voelt dat je moet braken, doe het dan.’ Hoe wist hij wat Ameer voelde? Hij moet geweten hebben dat Ameer een of andere stof had gekregen. Na de vierde dag vroeg Ameer een bloedtest, maar die werd hem geweigerd. Zelfs in de rechtbank. Er moet dringend een onderzoek komen naar wat er gebeurt met politieke gevangenen in Israëlische gevangenissen.”
Wat gebeurde er na die 12 dagen? Janan Abdu-Makhoul: “Na 12 dagen werd hij naar de Gilboa gevangenis overgebracht, tussen Afula en de Jordaan. Nu konden we hem een keer per week bezoeken, een half uur, achter glas. Als politieke gevangene mocht hij geen Arabische kranten of boeken ontvangen. We wilden hem de autobiografie van Nelson Mandela geven, “Mijn weg naar de vrijheid”. Dat mocht niet. Hij moet gevangeniskledij dragen wanneer hij voor de rechter komt, en zelfs wanneer wij op bezoek komen. De familie mag geen voedsel of kleding opsturen. Die moet hij kopen in de gevangeniswinkel. Zelfs een hoed tegen de zon was niet toegelaten. De dokter moet daar toestemming voor geven. De bewakers zeiden: ‘Als je last hebt van de zon kan je binnen blijven’”.
Wat doe je om je tegen dit alles te verzetten?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Wij hebben een comité opgericht voor Ameer’s verdediging, met activisten en publieke figuren. We organiseren solidariteitsavonden, internationale en lokale campagnes om Ameer vrij te krijgen. Mensen sturen brieven en kaartjes om hun solidariteit te betuigen. De gevangenisautoriteiten moeten alles lezen. Mijn brieven vinden ze te lang. Ze raadden me zelfs aan ze samen te vatten. Ik schrijf artikels en rapporten over Ameer’s vernedering en over wat de gevangenisdirectie hem aandoet. Ik deel dit met mensen die geïnteresseerd zijn in Ameer’s zaak en in alles wat te maken heeft met politieke gevangenen. “
“Ik doe alles om de zaak op de agenda van de internationale gemeenschap te houden. Ik vraag Amnesty om Ameer’s zaak te blijven volgen. Onze website moet geüpdate worden. We moeten rapporteren over zijn situatie, maar ik heb daarbij hulp nodig. Het is belangrijk dat alle materiaal in het Engels wordt gepubliceerd.”
Krijg je veel steun?
Janan Abdu-Makhoul:
 “We ervaren zoveel steun, ook van Amnesty International en andere internationale organisaties. Ameer werd door sommige van die organisaties genomineerd voor een mensenrechtenonderscheiding. Mensen die ik noch Ameer kennen, sturen solidariteitskaartjes. Dat helpt me de moed erin te houden. Ondanks alles voel ik me sterker worden. Ik voel dat ik niets meer te verliezen heb. Ik heb geen andere keuze dan te blijven vechten voor Ameer’s vrijheid en te blijven geloven in hem en in zijn recht om vrij te zijn.”
“Telkens als Ameer voor de rechtbank komt, zijn er steunbetogingen van Arabische én Joodse Israëli’s. Veel webpagina’s zijn gewijd aan de bevrijding van Ameer Makhoul. Er is ook een facebook-pagina met 4000 leden. Joods-Amerikaanse groeperingen steunen de campagne. Ik krijg niet alleen dreigbrieven van Joodse Israëli’s. Ik kreeg ook steunbrieven van Israëlische en Amerikaanse Joden, zelfs van rabbi’s die zeggen dat ze zich schamen voor wat Israël doet. Ik antwoord hen dat wij niet de Joden de schuld geven, maar de Staat, die de democratie schade toebrengt. Het is een probleem van Israël, maar Palestijnen betalen de prijs. Als zulke dingen kunnen gebeuren in Israël, dan moet het land ophouden zich democratisch te noemen.”
Heb je nog altijd contact met hem?
Janan Abdu-Makhoul:
 “Elke week schrijf ik hem brieven, maar tijdens Sukkot en op andere Joodse feestdagen kreeg hij een maand lang geen enkele brief. Tot nog toe schreef ik hem 21 brieven. Elke brief is 20 pagina’s lang. Ik schrijf hem over ons gezinsleven, ik hou hem op de hoogte over dagelijkse dingen. Al deze brieven gaan door de censuur in de gevangenis. Ze moeten elke letter van elk woord lezen. Ik kan dus niet over persoonlijke zaken of gevoelens schrijven. Soms nemen ze bepaalde bladen weg uit de brieven. Ameer mag als politieke gevangene elke maand 2 brieven schrijven van maximaal 12 pagina’s. Toen mijn beide ouders overleden binnen een maand na Ameer’s arrestatie, had ik steun nodig van mijn echtgenoot. Normaalgezien kunnen politieke gevangenen direct contact hebben met hun familie als een familielid sterft, maar Ameer mocht geen direct contact hebben. Het waren mijn ouders, niet de zijne, zeiden ze. Ik moet vergeten dat hij bestaat.”

Meer informatie

Ongeveer 7000 Palestijnse politieke gevangenen worden vastgehouden in Israëlische gevangenissen. Israël noemt ze “security prisoners”. 7000 verhalen, 7000 gezinnen ontwricht. Amnesty International is bezorgd over de brede interpretatie van het begrip “spionage” in de Israëlische wetgeving en over de praktijk van de Israëlische gerechtshoven om bekentenissen te aanvaarden die klaarblijkelijk onder druk zijn verkregen. Amnesty International veroordeelt ook de praktijk waarbij veiligheidsverdachten gedurende bepaalde periodes contact met hun advocaat worden ontzegd. Na Ameer’s arrestatie op 6 mei 2010 mocht hij 12 dagen zijn advocaten niet zien. Gedurende die tijd werd hij ondervraagd door de Algemene Veiligheidsdienst (GSS, General Security Service, ook gekend als ISA, Israel Security Agency) in de gevangenis van Petah Tikvah. Ameer Makhoul had eerder aan zijn advocaten verteld dat hij gedurende zijn ondervraging belet werd te slapen, dat hij werd gedwongen in stresshoudingen en dat hij bedreigd werd. Amnesty International vindt dat deze methodes neerkomen op foltering, onmenselijke en vernederende behandeling. Amnesty International is ook bezorgd over het spreekverbod voor de media, om informatie over de arrestatie en ondervraging van Ameer Makhoul gedurende de eerste dagen achter te houden.
Over Ameer Makhoul stuurde Amnesty twee persberichten uit:

No comments:

Post a Comment